zaterdag 2 augustus 2008

Dag 26: Datong-Beijing-Tianjin (570 km)

Vroeg vertrekken, want het is vandaag een druk programma. We zullen langs Peking rijden, de Chinese muur bezoeken en dan de auto naar de haven brengen. Vanuit de haven moeten we dan met de bus ( 200 km) terug naar ons hotel in Peking.



Men heeft het programma moeten aanpassen, omdat de olympische vlam met een dag vertraging hier aankomt. Vooruitrekenend zullen we op deze dag tijd te kort komen.
Om 7 uur vertrekken we. De weg wordt weer afgezet en de auto's worden in colonne opgesteld. Dan duurt het weer een uur voordat we rijden. Men gaat, terwijl de auto's op de afgezette weg staan opgesteld, de auto's langs om aan de mensen te vragen of ze de (elektronische) sleutel van de hotelkamer ook hebben ingeleverd. Enkelen hebben de sleutel op de kamer achtergelaten. Als alle sleutels terecht zijn rijden we. Weer heel de stad afgezet en een boel mensen langs de kant. Ook buiten de stad, op de autoweg worden alle kruispunten afgezet als wij in aantocht zijn.





Alleen op de ring bij Peking komen we tussen wat ander verkeer terecht. Nabij de Chinese muur hebben we een lunch, die zeer snel afgewerkt wordt. ( De koffie die we besteld hebben staat er waarschijnlijk nog). Dan gaan we een eind de muur op en er wordt een groepsfoto gemaakt. Zeer indrukwekkend, dit bouwwerk. We kunnen helaas met de auto niet dicht bij de muur komen om een foto te maken dus we moeten het doen met de muur in de achtergrond.





Vervolgens, over afgezette wegen weer op weg naar Tianjin. iedereen is doodmoe en dat is vaak aan het rijden te zien. Bovendien wordt het steeds benauwder weer. Op een gegeven moment raakt zelfs een van de deelnemers ( wiens bijrijder niet rijdt) door oververmoeidheid de vangrail. Gelukkig is er nauwelijks schade. De route van Peking naar Tianjin is allemaal autoweg, met daarlangs over vele kilometers vijvers.

Bij de laatste tankstop, maakt iedereen zijn reservekannetjes leeg, omdat die op de boot niet gevuld mogen zijn. Een van de deelnemers giet ook zijn koelvloeistof in de tank. Gelukkig merkt hij het voordat hij de auto start. De technische dienst is ter plaatse en tapt de koelvloeistof af.
Rond middernacht rijden we Tianjin binnen. Wederom een gigantische stad met veel hoogbouw.
We halen de koffers uit de auto en laten de auto hier achter. De auto heeft het perfect gedaan. In het begin even de vering "gereorganiseerd" en bouten nagetrokken. Daarna niets meer. We hebben zelfs op de gehele rit geen druppel olie bijgevoegd en zien ook op de peilstok geen niveau-daling. We hopen dat de auto de zeereis goed zal overleven.



Nu de bus in en naar het hotel. Tenminste dat denken we. Een van de bussen blijkt een lekke band te hebben. Het verwisselen daarvan kost een klein uurtje. Dan inderdaad op pad in de, overigens uitstekende, airconditioned bussen.

Om 3 u 's nachts eten we nog een hapje in een restaurant naast het hotel en we gaan dan slapen. Dood en dood moe.

Peking is gehaald door alle deelnemers en dat geeft voldoening. Achterblijven zou immers, voor wie dan ook een kater zijn geweest.

Dag 25: Erenhot - Datong (470 km)

's ochtends loopt Ton al vroeg over het parkeerterrein, want er moet gesleuteld worden. Op het parkeerterrein wordt Ton in het Nederlands aangesproken. Het blijken twee Nederlanders te zijn, die met de trein onderweg zij naar een bruiloft in Ulaan Bator. Ze moeten van trein wisselen en de Volvo's hebben hun aandacht getrokken. M.b.v een van de Chinese gidsen heeft Evert uitgevonden dat er op een paar honderd meter vanaf het hotel een plaats is waar gelast kan worden. De auto's van Evert en Kees Boonman gaan er naar toe.



De Chinees begint met de reparatie van de uitlaat en al snel blijkt dat we met en verdraaid handig vakmannetje te doen hebben. ook de stuurbekrachtiging van Evert wordt vakkundig gelast. Ton seint Markus, die intussen aan het ontbijt zit, in, dat er een mogelijkheid is om de schokbrekerbevestiging te repareren. Markus laat onmiddellijk zijn ontbijt voor wat het is en brengt zijn auto naar de "werkplaats". We hebben in de woestijn een plaat gevonden met daarin een gat van de juiste afmetingen. We krijgen de man uitgelegd dat hij deze op maat moet maken en erop moet lassen. Het mannetje verdwijnt met alleen een zonnebril op helemaal in het spatbord en last de zaak perfect aan elkaar.



Het geplande vertrektijd (10 u) is inmiddels ruimschoots verstreken en er komen steeds meer auto's met kapotte uitlaten en afgebroken schokbrekers naar de werkplaats toe. Het mannetje heeft inmiddels door hoe de reparaties uit te voeren. Ondanks de afwezigheid van een boormachine worden door een hulpje strips met gaten gemaakt. Er worden zo een stuk of 15 auto's gerepareerd. Het is inmiddels ca 13 u, als de serviceploegen en de achterblijvers de grens over komen. Om ca 14 u vertrekken we in colonne. De serviceploeg besluit echter om ook nog een auto bij de werkplaats te repareren. Zo staan we nog ongeveer 2 uur te wachten, de straat en een kruispunt volledig blokkerend. Ton besluit op een gegeven moment zijn lunchpakket, zittend op het trottoir op te eten. Dit levert veel nieuwsgierige blikken op van de plaatselijke bevolking. Kennelijk niet een standaard gerecht voor de bevolking hier.



Om ca 15.30 u gaan we dan op pad richting Datong. We rijden in colonne, onder politiebegeleiding. Ook dit is nog Gobi woestijn, echter nu met een prachtige, gladde asfaltweg er doorheen. Heerlijk ontspannen rijden. Bij Hohhot een vreemd beeld. Er staan allemaal levensgrote beelden van dinosauriërs langs en zelf over de weg. Zeker meer dan 100.



Op de wegbewijzering staan veelal plaatsnamen in het Engels. De infrastructuur is indrukwekkend. Gigantische verkeerspleinen met flyovers. Alles vrij nieuw en perfect afgewerkt.



Om ca 23.00 u arriveren we in Datong. Een grote stad met veel hoogbouw en brede winkelstraten. De route die wij rijden door deze miljoenenstad is helemaal afgezet. Op elke kruising staan minstens drie politieagenten. Langs de kant rijen met mensen die roepen en klappen, ongelooflijk. We zijn en uur of 7 later dan het programma en toch is er een leger aan politie opgetrommeld. We zetten de auto in de ondergrondse parkeergarage van het hotel en gaat naar het diner. Weer uitgebreid Chinees. Het is weer ver na middernacht als we te bed gaan. Morgenochtend moeten om 6 u bij het ontbijt zijn. We zijn inmiddels echt wel een beetje slaap achter.

vrijdag 1 augustus 2008

Dag 24: Zamiin Uud - Erenhot (150 km)

We zien en horen 's nachts een aantal maal de trein langs komen, we zaten dus toch niet zo ver van het spoor. Rond half 5 als het licht begint te worden is het tijd voor het ontbijt: ontbijtbuffet vanaf de achterklep van een p1800 midden in de Gobi-woestijn met om ons heen niets dan leegte (zand en stenen niet meegerekend natuurlijk). Het brood en de kaas die we uit voorzorg hadden meegenomen komen goed van pas.



Vreemd is dat we er allemaal van overtuigd waren dat we ons aan een soort bosrand bevonden, als het eenmaal licht is zien we dat er niets is.

Nu blijkt de achterband van Markus ook nog lek te zijn. We plaatsen het reservewiel en verwijderen de gisteren uitgescheurde schokdemper. We vervolgen de 'weg' weer, in de hoop dat deze beter wordt. De hoop blijkt ijdel. We komen ook geen enkel ander voertuig tegen en zien ook geen andere deelnemers meer. We denken dus niet het beste pad te hebben. We kunnen echter af en toe de spoorlijn zijn en we zijn er daarom, ondersteund door het kompas, van overtuigd dat we in de goede richting rijden.



Het tijdstip waarop we aan de Chinese grens moeten zijn is inmiddels gepasseerd. We denken dat de hele groep op ons zal staan wachten. Er zit echter niets anders op dan door hobbelen over de steeds slechter wordende paden. We rijden allemaal een paar keer vast in rul zand, zodat de gemiddelde snelheid nog verder daalt. Rond het middag uur zien we in de verte een plaats, waarvan we aannemen dat dit de grensplaats Zamiin Uud is. De paden zijn inmiddels wat beter en we kunnen af en toe in de derde versnelling rijden.



Plotseling zien we naast ons een ger kamp en een Volvo naast de weg staan, dit is het kamp waar we afgelopen nacht hadden moeten overnachten. Als we het ger-kamp binnenrijden klinkt er geklap en gejuich. Er is 's nachts een groep van ca 11 auto's binnengekomen die een vrachtauto hebben laten voorrijden. Verder zijn er nog maar enkele teams binnen. De rest zit nog in de woestijn.

We eten wat en om ca 14 u gaan we met de groep die aanwezig is naar een tankstation bij de grens. Daar komt rond 15.00 u ook de groep aan die met de reisleiding heeft overnacht in de woestijn. We gaan naar de grens waar weliswaar de gebruikelijke procedures gevolgd worden, maar waar het toch redelijk "vlot" gaat.

Onze auto heeft zich perfect gehouden in de woestijn en eigenlijk kunnen we tevreden vaststellen dat we zonder een schrammetje te hebben opgelopen aan de Chinese grens staan. Daar komt echter een einde aan, als een mongool met een jeep tegen onze linker deur rijdt terwijl wij stil staan. Een flinke deuk en een kras. Shit!!



Rond 19.00 u.als het begint te schemeren worden we onder politie escorte naar het hotel gebracht, dat een paar km over de grens staat. Het is een wat onoverzichtelijke boel geworden. Lang niet alle teams zijn binnen en ook de technische dienst is er nog niet. 's avonds bij het diner, dat bestaat uit een ongekend uitgebreide Chinese maaltijd, vraagt Kees Boonman of Ton morgenochtend wil meehelpen aan de auto van Evert Kers, die onbestuurbaar is geworden. Ton stemt uiteraard toe en dat betekent weer vroeg op.



Inmiddels wordt duidelijk welke tol de woestijn geëist heeft. En stuk of 10 auto's met afgebroken schokbrekers en een stuk of 8 auto's met kapotte uitlaten. Verder nog de nodige andere problemen. Het hotel is geweldig. Heerlijk eten, warme douche en airco. het is weer na middernacht als we naar bed gaan.

Dag 23: Ulaan Baator - Zamiin Uud (550 km)

Voor vandaag staat de woestijnrit op het programma. Ruim 500 km met lage gemiddelde snelheden, vroeg op dus. Om 4 uur staan we op. Er is nu gelukkig weer stroom en water. Het ontbijt in het ger-kamp is weer uitstekend. Bij het verlaten van het kamp blijkt de achterband van Markus wat slap. We pompen deze bij en rijden in de kolonne de Gobi woestijn in. Er is afgesproken dat we verzamelen waar de verharde weg op houdt. Onze auto wil niet echt doortrekken. We vermoeden dat het benzinefilter dicht zit. We hebben een nieuw filter bij ons en vervangen dit op de verzamelplaats. De inhoud van het filter is zwart. Er zit zand in. Het euvel blijkt verholpen.



Nog geen kilometer in de woestijn wordt de motor te warm. Er zijn zekeringen doorgebrand zodat de ventilatoren(we hebben er twee) niet meer draaien. De temperatuurgeregelde schakelaar is de oorzaak. We hebben geen zekeringen bij ons. We overbruggen de temperatuurschakelaar en halen de zekeringen er tussen uit. Het euvel is verholpen en we rijden weer.



We moeten in de Woestijn parallel rijden aan een spoorlijn. Er zijn Mongolese gidsen ingehuurd die voorop rijden. De gids waar wij achteraan rijden rijdt echter verkeerd en plotseling moet de hele stoet omkeren. Als we weer goed en wel aan het rijden zijn stopt Jan. Markus en wij stoppen bij hem. Jan denkt dat de schokbreker weer los zit. Het is dit keer echter ernstiger. Ook bij Jan is de schokdemper aan de bovenzijde uitgescheurd. We verwijderen de schokbreker en rijden verder.



Men gaat ook hier in de woestijn een weg aanleggen. Er wordt daarvoor een asfaltcentrale opgebouwd. Het lukt ons om daar de auto gelast te krijgen.



Inmiddels zijn we echter enkele uren achterop en staan we met drie auto's alleen in de woestijn. We rijden door en komen achtereenvolgens een katterug met gebroken draagarm in de voorwielophanging, een Amazone Combi met een gebroken achterdraagarm en het team van Omroep Flevoland met een afgebroken fusee kogel tegen. Bij allemaal stoppen we, maar we moeten vaststellen dat we geen hulp kunnen bieden. De gestrande teams wachten op de technische dienst, die het dus erg druk zal krijgen.



Rond de schemering zijn we ongeveer half weg in de woestijn. Er is een dorpje en we kunnen er tanken. Het wordt steeds lastiger om de spoorlijn te volgen omdat de paden er nogal ver vanaf liggen. De paden worden steeds slechter. Diepe kuilen en als die er niet zijn wasbord. De snelheid gaat er helemaal uit en met nog 180 km voor de boeg halen we gemiddeld nog geen 20 km per uur meer. Het wordt donker en we kunnen de spoorlijn niet meer zien. We rijden op kompas en omdat wij verstralers hebben gaan wij voorop rijden. Op een gegeven moment zien we de anderen niet meer volgen. We rijden terug. Nu is bij Markus de rechter schokdemper aan de bovenzijde uitgescheurd. Het is inmiddels 11.30 u en we zijn dood moe. We hebben nog een 170 km voor de boeg, rijden gemiddeld nauwelijks 20 km per uur en moeten morgenochtend om 8 u aan de grens staan. We stellen vast dat dit niet haalbaar is en besluiten te gaan slapen tot het weer licht is. We hebben geen bereik op de gsm en kunnen dus niemand op de hoogte stellen van ons besluit om in de woestijn te overnachten. Het begint inmiddels wat te regenen en we besluiten geen tent op te zetten maar in de auto te gaan slapen.