zaterdag 2 augustus 2008

Dag 26: Datong-Beijing-Tianjin (570 km)

Vroeg vertrekken, want het is vandaag een druk programma. We zullen langs Peking rijden, de Chinese muur bezoeken en dan de auto naar de haven brengen. Vanuit de haven moeten we dan met de bus ( 200 km) terug naar ons hotel in Peking.



Men heeft het programma moeten aanpassen, omdat de olympische vlam met een dag vertraging hier aankomt. Vooruitrekenend zullen we op deze dag tijd te kort komen.
Om 7 uur vertrekken we. De weg wordt weer afgezet en de auto's worden in colonne opgesteld. Dan duurt het weer een uur voordat we rijden. Men gaat, terwijl de auto's op de afgezette weg staan opgesteld, de auto's langs om aan de mensen te vragen of ze de (elektronische) sleutel van de hotelkamer ook hebben ingeleverd. Enkelen hebben de sleutel op de kamer achtergelaten. Als alle sleutels terecht zijn rijden we. Weer heel de stad afgezet en een boel mensen langs de kant. Ook buiten de stad, op de autoweg worden alle kruispunten afgezet als wij in aantocht zijn.





Alleen op de ring bij Peking komen we tussen wat ander verkeer terecht. Nabij de Chinese muur hebben we een lunch, die zeer snel afgewerkt wordt. ( De koffie die we besteld hebben staat er waarschijnlijk nog). Dan gaan we een eind de muur op en er wordt een groepsfoto gemaakt. Zeer indrukwekkend, dit bouwwerk. We kunnen helaas met de auto niet dicht bij de muur komen om een foto te maken dus we moeten het doen met de muur in de achtergrond.





Vervolgens, over afgezette wegen weer op weg naar Tianjin. iedereen is doodmoe en dat is vaak aan het rijden te zien. Bovendien wordt het steeds benauwder weer. Op een gegeven moment raakt zelfs een van de deelnemers ( wiens bijrijder niet rijdt) door oververmoeidheid de vangrail. Gelukkig is er nauwelijks schade. De route van Peking naar Tianjin is allemaal autoweg, met daarlangs over vele kilometers vijvers.

Bij de laatste tankstop, maakt iedereen zijn reservekannetjes leeg, omdat die op de boot niet gevuld mogen zijn. Een van de deelnemers giet ook zijn koelvloeistof in de tank. Gelukkig merkt hij het voordat hij de auto start. De technische dienst is ter plaatse en tapt de koelvloeistof af.
Rond middernacht rijden we Tianjin binnen. Wederom een gigantische stad met veel hoogbouw.
We halen de koffers uit de auto en laten de auto hier achter. De auto heeft het perfect gedaan. In het begin even de vering "gereorganiseerd" en bouten nagetrokken. Daarna niets meer. We hebben zelfs op de gehele rit geen druppel olie bijgevoegd en zien ook op de peilstok geen niveau-daling. We hopen dat de auto de zeereis goed zal overleven.



Nu de bus in en naar het hotel. Tenminste dat denken we. Een van de bussen blijkt een lekke band te hebben. Het verwisselen daarvan kost een klein uurtje. Dan inderdaad op pad in de, overigens uitstekende, airconditioned bussen.

Om 3 u 's nachts eten we nog een hapje in een restaurant naast het hotel en we gaan dan slapen. Dood en dood moe.

Peking is gehaald door alle deelnemers en dat geeft voldoening. Achterblijven zou immers, voor wie dan ook een kater zijn geweest.

Dag 25: Erenhot - Datong (470 km)

's ochtends loopt Ton al vroeg over het parkeerterrein, want er moet gesleuteld worden. Op het parkeerterrein wordt Ton in het Nederlands aangesproken. Het blijken twee Nederlanders te zijn, die met de trein onderweg zij naar een bruiloft in Ulaan Bator. Ze moeten van trein wisselen en de Volvo's hebben hun aandacht getrokken. M.b.v een van de Chinese gidsen heeft Evert uitgevonden dat er op een paar honderd meter vanaf het hotel een plaats is waar gelast kan worden. De auto's van Evert en Kees Boonman gaan er naar toe.



De Chinees begint met de reparatie van de uitlaat en al snel blijkt dat we met en verdraaid handig vakmannetje te doen hebben. ook de stuurbekrachtiging van Evert wordt vakkundig gelast. Ton seint Markus, die intussen aan het ontbijt zit, in, dat er een mogelijkheid is om de schokbrekerbevestiging te repareren. Markus laat onmiddellijk zijn ontbijt voor wat het is en brengt zijn auto naar de "werkplaats". We hebben in de woestijn een plaat gevonden met daarin een gat van de juiste afmetingen. We krijgen de man uitgelegd dat hij deze op maat moet maken en erop moet lassen. Het mannetje verdwijnt met alleen een zonnebril op helemaal in het spatbord en last de zaak perfect aan elkaar.



Het geplande vertrektijd (10 u) is inmiddels ruimschoots verstreken en er komen steeds meer auto's met kapotte uitlaten en afgebroken schokbrekers naar de werkplaats toe. Het mannetje heeft inmiddels door hoe de reparaties uit te voeren. Ondanks de afwezigheid van een boormachine worden door een hulpje strips met gaten gemaakt. Er worden zo een stuk of 15 auto's gerepareerd. Het is inmiddels ca 13 u, als de serviceploegen en de achterblijvers de grens over komen. Om ca 14 u vertrekken we in colonne. De serviceploeg besluit echter om ook nog een auto bij de werkplaats te repareren. Zo staan we nog ongeveer 2 uur te wachten, de straat en een kruispunt volledig blokkerend. Ton besluit op een gegeven moment zijn lunchpakket, zittend op het trottoir op te eten. Dit levert veel nieuwsgierige blikken op van de plaatselijke bevolking. Kennelijk niet een standaard gerecht voor de bevolking hier.



Om ca 15.30 u gaan we dan op pad richting Datong. We rijden in colonne, onder politiebegeleiding. Ook dit is nog Gobi woestijn, echter nu met een prachtige, gladde asfaltweg er doorheen. Heerlijk ontspannen rijden. Bij Hohhot een vreemd beeld. Er staan allemaal levensgrote beelden van dinosauriërs langs en zelf over de weg. Zeker meer dan 100.



Op de wegbewijzering staan veelal plaatsnamen in het Engels. De infrastructuur is indrukwekkend. Gigantische verkeerspleinen met flyovers. Alles vrij nieuw en perfect afgewerkt.



Om ca 23.00 u arriveren we in Datong. Een grote stad met veel hoogbouw en brede winkelstraten. De route die wij rijden door deze miljoenenstad is helemaal afgezet. Op elke kruising staan minstens drie politieagenten. Langs de kant rijen met mensen die roepen en klappen, ongelooflijk. We zijn en uur of 7 later dan het programma en toch is er een leger aan politie opgetrommeld. We zetten de auto in de ondergrondse parkeergarage van het hotel en gaat naar het diner. Weer uitgebreid Chinees. Het is weer ver na middernacht als we te bed gaan. Morgenochtend moeten om 6 u bij het ontbijt zijn. We zijn inmiddels echt wel een beetje slaap achter.

vrijdag 1 augustus 2008

Dag 24: Zamiin Uud - Erenhot (150 km)

We zien en horen 's nachts een aantal maal de trein langs komen, we zaten dus toch niet zo ver van het spoor. Rond half 5 als het licht begint te worden is het tijd voor het ontbijt: ontbijtbuffet vanaf de achterklep van een p1800 midden in de Gobi-woestijn met om ons heen niets dan leegte (zand en stenen niet meegerekend natuurlijk). Het brood en de kaas die we uit voorzorg hadden meegenomen komen goed van pas.



Vreemd is dat we er allemaal van overtuigd waren dat we ons aan een soort bosrand bevonden, als het eenmaal licht is zien we dat er niets is.

Nu blijkt de achterband van Markus ook nog lek te zijn. We plaatsen het reservewiel en verwijderen de gisteren uitgescheurde schokdemper. We vervolgen de 'weg' weer, in de hoop dat deze beter wordt. De hoop blijkt ijdel. We komen ook geen enkel ander voertuig tegen en zien ook geen andere deelnemers meer. We denken dus niet het beste pad te hebben. We kunnen echter af en toe de spoorlijn zijn en we zijn er daarom, ondersteund door het kompas, van overtuigd dat we in de goede richting rijden.



Het tijdstip waarop we aan de Chinese grens moeten zijn is inmiddels gepasseerd. We denken dat de hele groep op ons zal staan wachten. Er zit echter niets anders op dan door hobbelen over de steeds slechter wordende paden. We rijden allemaal een paar keer vast in rul zand, zodat de gemiddelde snelheid nog verder daalt. Rond het middag uur zien we in de verte een plaats, waarvan we aannemen dat dit de grensplaats Zamiin Uud is. De paden zijn inmiddels wat beter en we kunnen af en toe in de derde versnelling rijden.



Plotseling zien we naast ons een ger kamp en een Volvo naast de weg staan, dit is het kamp waar we afgelopen nacht hadden moeten overnachten. Als we het ger-kamp binnenrijden klinkt er geklap en gejuich. Er is 's nachts een groep van ca 11 auto's binnengekomen die een vrachtauto hebben laten voorrijden. Verder zijn er nog maar enkele teams binnen. De rest zit nog in de woestijn.

We eten wat en om ca 14 u gaan we met de groep die aanwezig is naar een tankstation bij de grens. Daar komt rond 15.00 u ook de groep aan die met de reisleiding heeft overnacht in de woestijn. We gaan naar de grens waar weliswaar de gebruikelijke procedures gevolgd worden, maar waar het toch redelijk "vlot" gaat.

Onze auto heeft zich perfect gehouden in de woestijn en eigenlijk kunnen we tevreden vaststellen dat we zonder een schrammetje te hebben opgelopen aan de Chinese grens staan. Daar komt echter een einde aan, als een mongool met een jeep tegen onze linker deur rijdt terwijl wij stil staan. Een flinke deuk en een kras. Shit!!



Rond 19.00 u.als het begint te schemeren worden we onder politie escorte naar het hotel gebracht, dat een paar km over de grens staat. Het is een wat onoverzichtelijke boel geworden. Lang niet alle teams zijn binnen en ook de technische dienst is er nog niet. 's avonds bij het diner, dat bestaat uit een ongekend uitgebreide Chinese maaltijd, vraagt Kees Boonman of Ton morgenochtend wil meehelpen aan de auto van Evert Kers, die onbestuurbaar is geworden. Ton stemt uiteraard toe en dat betekent weer vroeg op.



Inmiddels wordt duidelijk welke tol de woestijn geëist heeft. En stuk of 10 auto's met afgebroken schokbrekers en een stuk of 8 auto's met kapotte uitlaten. Verder nog de nodige andere problemen. Het hotel is geweldig. Heerlijk eten, warme douche en airco. het is weer na middernacht als we naar bed gaan.

Dag 23: Ulaan Baator - Zamiin Uud (550 km)

Voor vandaag staat de woestijnrit op het programma. Ruim 500 km met lage gemiddelde snelheden, vroeg op dus. Om 4 uur staan we op. Er is nu gelukkig weer stroom en water. Het ontbijt in het ger-kamp is weer uitstekend. Bij het verlaten van het kamp blijkt de achterband van Markus wat slap. We pompen deze bij en rijden in de kolonne de Gobi woestijn in. Er is afgesproken dat we verzamelen waar de verharde weg op houdt. Onze auto wil niet echt doortrekken. We vermoeden dat het benzinefilter dicht zit. We hebben een nieuw filter bij ons en vervangen dit op de verzamelplaats. De inhoud van het filter is zwart. Er zit zand in. Het euvel blijkt verholpen.



Nog geen kilometer in de woestijn wordt de motor te warm. Er zijn zekeringen doorgebrand zodat de ventilatoren(we hebben er twee) niet meer draaien. De temperatuurgeregelde schakelaar is de oorzaak. We hebben geen zekeringen bij ons. We overbruggen de temperatuurschakelaar en halen de zekeringen er tussen uit. Het euvel is verholpen en we rijden weer.



We moeten in de Woestijn parallel rijden aan een spoorlijn. Er zijn Mongolese gidsen ingehuurd die voorop rijden. De gids waar wij achteraan rijden rijdt echter verkeerd en plotseling moet de hele stoet omkeren. Als we weer goed en wel aan het rijden zijn stopt Jan. Markus en wij stoppen bij hem. Jan denkt dat de schokbreker weer los zit. Het is dit keer echter ernstiger. Ook bij Jan is de schokdemper aan de bovenzijde uitgescheurd. We verwijderen de schokbreker en rijden verder.



Men gaat ook hier in de woestijn een weg aanleggen. Er wordt daarvoor een asfaltcentrale opgebouwd. Het lukt ons om daar de auto gelast te krijgen.



Inmiddels zijn we echter enkele uren achterop en staan we met drie auto's alleen in de woestijn. We rijden door en komen achtereenvolgens een katterug met gebroken draagarm in de voorwielophanging, een Amazone Combi met een gebroken achterdraagarm en het team van Omroep Flevoland met een afgebroken fusee kogel tegen. Bij allemaal stoppen we, maar we moeten vaststellen dat we geen hulp kunnen bieden. De gestrande teams wachten op de technische dienst, die het dus erg druk zal krijgen.



Rond de schemering zijn we ongeveer half weg in de woestijn. Er is een dorpje en we kunnen er tanken. Het wordt steeds lastiger om de spoorlijn te volgen omdat de paden er nogal ver vanaf liggen. De paden worden steeds slechter. Diepe kuilen en als die er niet zijn wasbord. De snelheid gaat er helemaal uit en met nog 180 km voor de boeg halen we gemiddeld nog geen 20 km per uur meer. Het wordt donker en we kunnen de spoorlijn niet meer zien. We rijden op kompas en omdat wij verstralers hebben gaan wij voorop rijden. Op een gegeven moment zien we de anderen niet meer volgen. We rijden terug. Nu is bij Markus de rechter schokdemper aan de bovenzijde uitgescheurd. Het is inmiddels 11.30 u en we zijn dood moe. We hebben nog een 170 km voor de boeg, rijden gemiddeld nauwelijks 20 km per uur en moeten morgenochtend om 8 u aan de grens staan. We stellen vast dat dit niet haalbaar is en besluiten te gaan slapen tot het weer licht is. We hebben geen bereik op de gsm en kunnen dus niemand op de hoogte stellen van ons besluit om in de woestijn te overnachten. Het begint inmiddels wat te regenen en we besluiten geen tent op te zetten maar in de auto te gaan slapen.



donderdag 31 juli 2008

Dag 22: Ulaan Bator (rustdag)

Vandaag besluiten we weer de excursies te skippen. Ton gaat vandaag verder aan de auto van equipe 74. Laurens vraagt zich samen met een paar anderen af hoe lang het lopen is naar de top van de berg naast het kamp. De Schattingen lopen uiteen van een half uur tot een uur dus wordt samen met een aantal anderen het plan opgevat om de proef op de som te nemen. Eenmaal de top bereikt zijn we alweer vergeten de tijd bij te houden om te beslissen wie de 'weddenschap' gewonnen heeft. De smaak zit er in en er wordt besloten om naar de volgende top te lopen, heerlijk uitwaaien en genieten van een prachtig uitzicht.





's Middags met een paar man op eigen gelegenheid naar de stad om het Gandan klooster te bezoeken en daarna op het terrasje van een sjasliek te genieten. Op de weg terug naar het ger-kamp rijden we verkeerd waardoor we de bus die ons naar het avondeten zou brengen onderweg tegen komen. Gelukkig kunnen we nog mee.



We hebben ons avondeten in een bbq-restaurant met het principe van een wok-restaurant maar waar het eten op een grote grill-plaat warm wordt gemaakt door koks met behulp instrumenten die iets weg hebben van een zwaard waarmee ze natuurlijk ook nog enkele kunstjes kunnen vertonen. Het eten was heerlijk.

Als we terug komen is het tijd voor de eerste testrit voor de auto van equipe 74. Wanneer zij over een heuvel terug bij het kamp verschijnen worden ze door getoeter en luid applaus ontvangen. Alle auto's zijn weer 'in de race' dus.

Dag 21: Duguna Khad - Ulaan Bator (400km)

Vandaag een relatief korte rit over goede weg. Onderweg komen we een Duitser op een fiets tegen. We praten even met hem en komen er achter dat hij nagenoeg dezelfde route aan het volgen is als die van ons. De man vertelt dat hij ongeveer 120 kilometer per dag fietst en afgelopen nacht overnacht had in een ger tent bij een herder.

's Middags zijn we al bij het ger kamp waar we vandaag en morgen zullen overnachten. We merken dat het licht het niet doet en merken later dat het regelmatig voor komt dat er geen stroom is. Vervelender is dat dit betekent dat er ook geen, overigens bijna alleen maar koud, water uit de kraan komt.



Ondanks dat sommige mensen de auto van equipe 74 als total loss hebben verklaard wordt er met een aantal man het idee opgevat om de auto toch weer mobiel proberen te maken zodat iedereen, dus ook equipe 74, de eindstreep kan halen. Na het inspecteren van de schade en wat overleg groeit het enthousiasme en in plaats van de excursie 's middags wordt er aan de auto gesleuteld. De monteurs Roland en Richard en Ton gaan de voorzijde richten. Arend gaat het benzine lek repareren en Laurens begint het achterlicht te herstellen. Iedereen leeft mee en komt vragen of we nog iets kunnen gebruiken. Zo komt er een 3 tons lier voor de dag, komt er iemand met en bankschroef, die met een ingenieus systeem om de trekhaak van een auto verankerd kan worden. Allemaal hulpmiddelen die goed van pas komen. Rene begint alvast de spatborden en het voorfront te fatsoeneren. Hij blijkt goed te weten waar hij moet slaan, want uit een verwrongen stuk staal komt weer een herkenbaar Volvo front tevoorschijn.



Probleem is nog het hulpstuurhuis. Dit is gescheurd en het bestaat uit aluminium. We hadden eerst het plan er een beugel omheen te maken. Na wat overleg met een van de Engels sprekende, Mongoolse gidsen, gaat Ton naar Ulaan Bator om aluminium te laten lassen. Een ware belevenis. Een garage, waar alleen buiten wordt gewerkt. Een kuil in de grond om onder een auto te kunnen komen.Het hulpstuurhuis wordt gelast en bij terugkomst in het ger-kamp klinkt er applaus. Aan het einde van de dag lijkt de amazone van equipe 74 weer meer op de auto van voor het ongeval. Morgen is een rustdag en het ziet er naar uit dat de auto dan afgewerkt kan worden.

Dag 20: Ulan Ude - Duguna Khad (300km)

We vertrekken vandaag vroeg, rond half 5, zodat we dan ook vroeg bij de Russisch - Mongoolse grens zijn. Gezien onze eerdere ervaring met de Russische grens is dit geen slecht plan. Onderweg haalt één van de service-wagens die achter ons reed ons met een noodgang in. Even verderop zien we waarom: equipe 74 is door de vele hobbeltjes in de weg de macht over het stuur verloren, heeft de vangrail geraakt, is gaan slingeren en heeft toen aan de andere kant van de weg ook de vangrail geraakt. De auto kan niet op eigen kracht verder en moet door de service-truck verder gesleept worden.



Het passeren van de grens viel enorm mee. Wel veel papier werk (stempeltje hier, stempeltje daar) maar geen 12 uur staan wachten zonder te weten wat er nu eigenlijk aan het gebeuren is zoals bij de grens tussen Estland en Rusland. Na het laatste stempeltje en een vriendelijk 'welcome to Mongolia' rijden we Mongolië binnen. Het is natuurlijk moeilijk om een auto die total loss is een land in te voeren. Daarom kiest men ervoor de bestuurders in de auto te zetten terwijl deze op het frame achter de truck staat. Tot onze verwondering wordt dit probleemloos geaccepteerd.

Net na de grens moeten we nog even wachten tot de hele groep weer compleet is dus besluiten we even een hapje te gaan eten. We merken meteen een groot verschil met Rusland: we hoeven onze bestelling niet door te geven aan iemand die achter een traliewerk staat, het eten is warm en lekker, de mensen zijn vriendelijker en we hoeven pas te betalen als we vertrekken.



Onderweg passeren we een Fransman in een lelijk eendje die we al een keer eerder gezien hadden en blijkbaar een zelfde soort tocht aan het maken is.



Het landschap is hier prachtig. We rijden door een uitgestrekt heuvelachtig gebied dat door een groen laken bedekt is. Op gegeven moment zien we bij een onverhard zijweggetje een bord staan met 'Volvo'. Het stoffige, een aantal kilometer lange weggetje leidt ons naar het ger-tenten kamp waar wij zullen overnachten.



Dag 19: Irkoetsk - Ulan Ude (500km)

Als we vanmorgen wakker worden horen we de regen tegen het raam tikken. Het blijkt al sinds een uur of 4 non-stop redelijk hard geregend te hebben. We zijn blij dat we gisteren naar het Baikal-meer geweest zijn want het weer ziet er voor vandaag niet al te best uit.

De rit van vandaag leidt ons voor het grootste deel langs het Baikal meer door een landschap dat steeds meer bergachtig begint te worden. We stoppen onderweg om een groepsfoto te maken.



De wegen zijn hier goed en dat is wel een verademing na onze ervaringen van eergisteren. Toch horen we onderweg ineens iets bij het linker achterwiel. We stoppen en zien dat de band helemaal leeg is. Gelukkig kunnen we Markus die voor ons rijdt signaleren want in alle haast zijn we tijdens het vertrek vergeten een krik mee te nemen. We zetten het reservewiel er op en kunnen weer verder rijden.



Als we 's avonds aankomen in het hotel repareren we de band en komen er achter dat een 10cm lange spijker die we waarschijnlijk bij één van de wegwerkzaamheden in de band gereden hebben de oorzaak is. We worstelen nog even om de band van de velg te krijgen (door er met een andere auto overheen te rijden krijgen we hem er af) en zetten het originele wiel voorzien van een nieuwe binnenband weer terug.



Wat ons opvalt is dat in Ulan Ude, in vergelijking met Irkoetsk, ineens veel meer (de meerderheid) mensen met een aziatisch uiterlijk rond lopen terwijl we toch al sinds Jekaterinenburg officieel in Azië zijn. Het valt trouwens ook op dat naarmate we oostelijker komen de mensen steeds vriendelijker worden en beter Engels spreken. De steden in Siberië zien er trouwens best god uit. Ons beeld van Siberië als een verbanningsoord waar nauwelijks te leven is, moet dringend worden bijgesteld. Zeker de moeite waard om eens naar toe te gaan.

dinsdag 22 juli 2008

Dag 18: Irkoetsk (rustdag)

Na de slopende, onvergetelijke rit van gisteren, of moet ik zeggen gisteren en vandaag? is er gelukkig een rustdag om een beetje bij te kunnen komen. Omdat we pas rond 6 uur vanmorgen op onze overigens prachtige en extreem ruime kamer waren en we maar aan één ding konden denken: slapen, missen we de city-tour vandaag.

Ton slaapt tot een uur of 10 en kan dan nog net even het ontbijt meepikken maar Laurens wordt rond een uur of 12 pas wakker. We eten even iets in een klein restaurant dichtbij het hotel. Ondanks dat het maar een klein restaurant is bestaat de bediening toch uit een stuk of vijf mensen waaronder enkele voor het oog niet onplezierige dames. Wat opvalt is dat ze hier, net als in het hotel overigens, ook een engelstalige menu-kaart hebben.

Rond een uur of drie vertrekken we met een aantal equipes voor een relaxed tochtje naar het Baikal meer. We genieten van een kopje koffie aan het water en gaan daarna de boot op voor een korte rondvaart. Gelukkig hebben we onze jas bij want het is hier dankzij de wind niet erg warm. Heerlijk even uitwaaien en genieten van het uitzicht.









Op de weg terug raken we dankzij allerlei éénrichtingswegen verdwaald in de stad. Wanneer we bij een kruispunt even staan te twijfelen of we wel links af mogen, het was namelijk een éénrichtingsweg met twee banen gescheiden door tramrails, merkt een politieagent ons op. We besluiten de weg toch maar in te slaan en ja hoor, de zwaailichten gaan aan en door de megafoon worden wij geboden te stoppen. Zoals de meeste agenten hier spreekt ook deze meneer geen Engels. Hij vraagt om de auto-papieren ('documente') maar deze liggen in de hotelkamer. Wijzend naar de sleutel van onze kamer en het hotel op de kaart proberen wij hem dit duidelijk te maken. We laten de man het rijbewijs, voor hem natuurlijk compleet onleesbaar, maar zien en hij loopt even terug naar zijn auto. Enkele minuten later komt hij terug met het rijbewijs en mogen we weer gaan. Geen idee of en zo ja wat we precies verkeerd gedaan hadden maar het meest effectieve in deze situaties is gewoon 'dom spelen' leren wij. Als ze je niet kunnen verstaan en ze geen documenten hebben waarmee ze iets kunnen dan vinden ze het blijkbaar redelijk snel wel goed.

Dag 17: Krasnojarsk - Irkoetsk (1050km)

Vandaag staat de koninginnenrit op het programma. 1050 km en slechte weg zo is voorspeld. We hebben om 4 u ontbijt. Als we om 3.45 u olie aan het peilen zijn, verschijnt er een filmploeg van de lokale omroep. Ze filmen ons en interviewen ons. Jammer dat we de uitzending niet kunnen zien.

Om 5 u rijden we weg. De eerste 250 km gaan voorspoedig. Dan duikt echter de voorspelde weg op. Ongelooflijk. Kuilen, gaten en bulten, waar iedereen zijn weg doorheen zoekt. Iedereen rijdt het gunstigste pad en zo zie je auto's soms geheel links rijden en plotseling naar rechts oversteken, waar het dan weer iets beter lijkt. Vrachtauto's kunnen natuurlijk iets minder slalommen en rijden stapvoets.



In het begin vinden we het prachtig. We stappen uit en nemen foto's. Na een paar uur echter beginnen we ons te realiseren dat we nog ver moeten en dat het een heel lange dag gaat worden.





Tussen de middag eten we in een oude wagon, die dienst doet als restaurant.



Jan heeft al eens aangegeven dat hij iets hoort in de voorwielophanging. Hij geeft nu aan dat dit verontrustende vormen aanneemt. We onderzoeken de zaak en zien dat de schokdemper aan de onderzijde is los getrild. Simpele reparatie dus. Boutjes vastzetten weer verder.



We zijn nu aangeland op de weg die bestaat uit allemaal keitjes. We vinden, met in het achterhoofd dat we nog ver moeten dat we daar wel iets sneller overheen kunnen. Na de reparatie van Jan rijden we dan ook over een afstand van een km of 10 de groep uit. Hier blijkt ook hoe fantastisch (afkloppen) onze vering werkt. Aan het eind van de slechte weg, als er weer asfalt aanwezig is, zetten wij de auto boven een greppel en inspecteren de onderzijde. We constateren geen afwijkingen. We zijn al lang en breed klaar met onze inspectie als de volgende uit onze groep verschijnt. We krijgen weer een stuk met kuilen en gaten. Markus, met de flitsende P1800, met achterop gemonteerd reservewiel, hoort gebonk bij de voorwielophanging.

Als Markus stopt, ziet Arend, die voor hem rijdt dat. Hij rijdt achteruit en glijdt daarbij van het talud af. Een passerende vrachtauto trekt hem los.



Inspectie van de auto van Markus leert dat de bovenzijde van de voor-schokdemper uit de carrosserie is gescheurd. Niet te repareren ter plaatse. We verwijderen de schokbreker en Markus rijdt met 3 schokdempers verder op zoek naar een plek om te repareren. Die vinden we. Weer veel belangstelling van plaatselijke jeugd en er verschijnt ook weer een lokale TV ploeg.



Er wordt een ring in de carrosserie gelast. We hebben wat twijfels bij de kwaliteit van het laswerk. We hebben de man niet kunnen uitleggen dat hij de coating moet verwijderen alvorens te gaan lassen. Maar goed, de ring zit erin en we gaan rijden.



Inmiddels sluit de auto van omroep Flevoland zich bij ons aan. De weg wordt wat beter en het is nu een kwestie van kilometers maken. Ook het landschap verandert en wordt iets meer "steppe achtig ". Iedereen is het er over eens dat het de voorkeur verdient om door te rijden naar het hotel en niet te gaan kamperen. Inmiddels is het op basis van de borden al duidelijk dat ook deze rit langer is. Ruim 1100 km. Gelukkig is de weg de laatste 350 km goed. Wij kunnen redelijk goed slapen in de auto en doen dit dan ook beurtelings. Het wordt toch een slijtageslag. Rond ca 3.30 u stoppen Simon en Emiel en de jongens van omroep Flevoland. Zij gaan slapen in de auto. Met de overige 4 auto's arriveren we om 5.15 u bij het hotel, waar we in bed vallen. We hebben inmiddels 7 uur tijdsverschil met Nederland.

Dag 16: Novosibirsk - Krasnojarsk (750km)

Iedereen moet vandaag gelijktijdig aan bij het ontbijt zijn. De auto's staan namelijk in een paar rijen achter elkaar en om te voorkomen dat de achterste eens besluit lekker uit te slapen waardoor de mensen voor hem niet weg kunnen is er een gemeenschappelijke, vrij vroege (6:00), ontbijt-tijd afgesproken. Wij vervolgen rond 7 uur onze tocht door het uitgestrekte heuvelachtig Siberische landschap.

Toch lijkt er langzaam iets te veranderen. We komen steeds minder grote benzinestations vergelijkbaar met die uit Nederland tegen. En ook de kwaliteit lijkt iets minder te zijn wordt door sommige mede-reizigers opgemerkt. Wij merken er niets van want als wij tanken hebben we nog een halve tank met octaangehalte 98 en die mengt zich mooi met de iets mindere benzine. Voor diegenen overigens die morgen in Nederland na het vol gooien van de benzinetank weer een diepe zucht slaken wanneer zij mogen (moeten...) afrekenen: de benzine kost hier omgerekend net iets minder dan één euro per liter.



We kruisen een aantal maal wat de, althans nemen wij aan, trans-siberische spoorweg moet zijn. Iedereen vliegt bij het naderen van spoorwegovergangen automatisch al op de rem. De ervaring heeft geleerd dat dit plekken zijn waar zich diepe gaten en ongelijkheden in het wegdek bevinden.



Onze dakisolatie lijkt overigens prima zijn werk te doen. Ondanks het ontbreken van de airco is het met de ramen open onder de zon die het kwik soms doet oplopen tot boven de 30 graden goed uit te houden. In de winter blijkt de temperatuur hier overigens hetzelfde te zijn, alleen dan negatief...

Een van de equipes uit een andere groep blijkt eergisteren maar liefst 120 liter benzine nodig gehad te hebben om de rit te kunnen voltooien. Een niet erg zuinige 1 op 5 (of zelfs iets slechter) zo leert een simpele rekensom ons. Diagnose: versleten nokken-as. En dit is te horen ook wanneer we ze vandaag passeren. Repareren zou betekenen dat de kop er af moet maar dit is een redelijk ingrijpende operatie en wordt om die reden waarschijnlijk zo lang mogelijk uitgesteld.

De dag verloopt voor ons en onze groep zonder grote problemen. Het enige probleem dat zich bij ons voor doet is dat het knopje van de handrem inclusief het zich er achter bevindende veertje los springt. De knop vinden we onder de stoel terug maar het veertje is vooralsnog spoorloos. Dit betekent dat de handrem het wel nog doet maar er niet vanzelf op kan blijven staan.

Rond 9 uur komen we aan in het hotel en mogen de klok weer een uurtje vooruit zetten. Snel inchecken en naar het diner want morgen staat de zwaarste en langste etappe op het programma. De afstand is niet de enige factor die dit een gevreesde rit maakt. Als de wegen zo zijn als vandaag zou het een kwestie zijn van vroeg op staan maar van een aantal kanten bereiken ons waarschuwingen over de staat van de wegen voor Irkoetsk.